dinsdag 9 april 2013

Terug thuis! Zo blij!

Vrijdag 5 april 2013. Dokter Bolúmar staat 's ochtends weer aan mijn bed. Of ik me klaar voel om naar huis te gaan? Ja, ik denk het wel. Al was het maar omdat ik dan eindelijk Anna-Lucía terug kan zien! Ze mocht me namelijk niet komen bezoeken. Te veel radioactiviteit in het gebouw. Meerdere patiënten krijgen zoals ik vorig jaar een radioactieve stof ingespoten voor de operatie. En dan straal je. Dat kan mijn kamergenote alias buurvrouw zijn, maar ook iemand die Anna-Lucía zomaar passeert in de gang, op weg naar haar mama. Daarom is dat te gevaarlijk. Daarom heb ik haar sinds maandag namiddag niet meer gezien. Dus ja, ik voel me klaar om naar huis te gaan! En mijn drainage, die tube in mijn oksel met bijbehorende pot, die gaat mee. Olé!

De rit naar huis. Een helse rit. Ik voel me moe, heel moe. Het landschap schuift aan me voorbij. Mama en Antoine in ons kielzog. Ik sluit mijn ogen. Voel me misselijk. Na een uur en veertig minuten rijden komen we thuis aan. We nemen de short cut, met de minste trappen. Het is allemaal een vage herinnering. Ik voel me balanceren tussen al dan niet flauwvallen. Het einde van de patio is in zicht. De deur gaat open. Ballonnen! Bloemen! Ontvangstcomité! Ik word overvallen door een warm gevoel. Ik voel dat ik glimlach. Iemand zegt dat Hannes dit geregeld heeft. Ik kijk hem aan en voel de krop in mijn keel. Tranen wellen op maar ik weet dat ik me niet mag laten gaan, niet nu. Ik wil iedereen gaan begroeten, maar een stem komend vanuit mijn ontvangstcomité zegt dat ik beter zou gaan zitten. Inderdaad. Ik moet even bekomen, van de reis, van de emotie, van de operatie.
Een half uurtje later arriveert Maria-José met Anna-Lucía. Twee handen op één buik zijn het, Anna-Lucía en haar niñera. Ze was in de auto op weg naar hier in slaapgevallen en nu net wakker. Daardoor is ze een beetje wazig, net als ik. Ze wordt bij me op de schoot gezet. Iedereen kijkt naar ons, naar moeder en dochter, naar vader en dochter, naar de grote hereniging. Ze geeft me voorzichtig een knuffel, ik geef haar een kus. Een dikke kus. Een heel dikke kus. Ze is overrompeld door het vele volk, door alle aandacht. Ze schuift van mijn schoot en kruipt onder Maria-José haar spreekwoordelijke rokken. Mijn hartje breekt. Het is ook moeilijk, want ik mag/kan haar niet oppakken. Maar als wat later de rust in huis weer is teruggekeerd, dan lijkt ze het echt te beseffen: Mama en papa zijn weer thuis! Vanaf dat moment mag ik niet meer van haar zijde wijken of ze begint te huilen. Verlatingsangst.
Maar dan zeg ik haar zoals altijd: "Niet huilen. Mama komt áltijd terug!"








1 opmerking:

  1. nog twee keer slapen en we kunnen jullie ook eindelijk allemaal een dikke knuffel geven!! Ik ben zooo trots op je hoe je dit allemaal doorstaat! dikke zoen én knuffel en tot héél binnenkort! xxx

    BeantwoordenVerwijderen