woensdag 29 mei 2013

De immunotherapie schuift voorbij

Een nieuw bericht, een nieuwe update. Het is al weer even geleden, ik weet het. En voor wie dacht dat mijn gemoedstoestand daar iets mee te maken kon hebben, die had deels gelijk. Het ging me gewoon even iets minder af.
De eerste week therapie was heftig, vooral die eerste dagen, maar tegen vrijdag verliep alles al vlotter en had ik geen koorts meer. Dat zag er goed uit, ik ging de volgende 3 weken even snel doorlopen. Ik was wel moe, heel moe. Na die eerste week heb ik eigenlijk zo goed als het hele weekend geslapen. Maandag kwam dan de teleurstelling. De bloedanalyse gaf aan dat mijn weerstand gekelderd was. Ik mocht niet aan mijn tweede week therapie beginnen en kreeg een week verplichte rust. Ook moest de dosis aangepast worden. Mijn lichaam kan blijkbaar die volle dosis niet aan. Dit hadden we niet verwacht en het bracht me even uit evenwicht. De eerste dagen heb ik vooral veel geslapen. Tegen het eind van de week voelde ik me al een stuk beter en kon ik wat genieten van de extra tijd die ik hierdoor met Anna-Lucía kon doorbrengen! Maar tijdens het weekend begon ik me ook zorgen te maken, en had ik vooral geen zin om maandag terug te gaan. Ik had niet veel nodig om te beseffen dat mijn lichaam na een week rust weer heftig zou reageren op de interferon. En inderdaad, die maandag en dinsdag waren weer geen lachertje. Tja, niets aan te doen.... Koorts, rillen en misselijk...o zo misselijk. En dan die ochtend dat ik zoveel moeite had om wakker te worden, alsof mijn ogen tegen elkaar plakten. Toen ik in de spiegel keek zag ik dat mijn gezicht vol vocht zat. Een opgeblazen, dik gezicht met ergens in de verte mijn oogbollen. Niet plezant. Gelukkig was het 's avonds bijna helemaal verdwenen.
De rest van de week verliep redelijk vlot en tegen vrijdag wandelde ik al om 15h30 buiten! De volgende twee weken zouden dus vlot verlopen. Minder uren aan het infuus en minder bijwerkingen omdat mijn lichaam het al goed gewoon is. Toppie! Toch kreeg ik maandag weer een koude douche. De oncologe was eveneens verrast om te zien dat de nieuwe bloedanalyse aan gaf dat mijn weerstand weer te laag was. De vechters onder mijn witte bloedcellen moeten ongeveer met z'n 1500 zijn, en ik had er maar 300. Dus nogmaals een week verplichte rust, en de dosis weer omlaag. Op onze bezorgde vraag of dit het effect van de therapie niet te veel beïnvloedt antwoorde de oncologe dat het ideale natuurlijk is om 4 weken zonder onderbreking de therapie op volle dosis te doorlopen, maar dat we vooral moeten luisteren naar het lichaam. En als het niet gaat, dan gaat het niet. Dus dropen wij weer af naar huis. Het viel me tegen. Zo schiet het niet op! Ik probeerde toch zoveel mogelijk te genieten van het extra weekje 'verlof' maar het lukte me niet altijd om mijn batterij op te laden met positieve energie. Pas op, soms was het ook super! Zoals die late namiddag dat we met Anna-Lucía naar het strand geweest zijn. Heerlijk. Eerst moest ze een beetje wennen aan het zand, maar eenmaal ze haar emmertje en schepje ontdekt had was het dolle pret. En stappen op het zand - ja alléén stappen, want dat doet ze al! - vond ze zo plezant want op het strand kan ze niet tegen de tafel of de kast botsen dus dat was heerlijk, zowel voor haar als voor mij ;-)
En toch was ik die week vooral moedeloos en prikkelbaar. Antoine had het ook opgemerkt, maar 't was vooral Hannes die het moest ontgelden. Zoals die keer dat hij na de avondservice nog even mijn mening vroeg over uurroosters. Ik reageerde prikkelbaar en na wat gesnak en gesnauw van beide kanten kreeg hij 'het' naar zijn hoofd geslingerd: "Awel we zullen wisselen, zal ik Casa Del Maco wel draaiende houden en dan kan jij ziek zijn!" Ooh, dat verdient hij echt niet maar ik kon er gewoon niet aan doen. Het ging me gewoon niet zo af de laatste tijd. De interferon zal er ook wel iets mee te maken hebben, daarvoor waren we gewaarschuwd... En dan komt er zó iets typisch Hannes. Hij laat er een dagje over gaan, en vrijdagochtend werd ik dan plots gekidnapt want hij had een verassing voor me geregeld. Hannes zette me af aan de welness van hotel Solymar waar ik de hele voormiddag genoot van een gelaatsverzorging met alles erop en eraan. 's Middags kwam hij me ophalen en gingen we samen lekker en gezellig lunchen. Daarna werd ik gewoon opnieuw naar de welness gebracht voor een pedicure en manicure. Ongelooflijk! Hij wist exact wat ik nodig had! Een schatje is het, echt waar! Het heeft me zo'n deugd gedaan. Dus hier zit ik nu, in Valencia, aan het infuus, met mooi gelakte nagels! Ja, maandag ben ik terug van start gegaan met de therapie. Het was best weer een zware dag, al heb ik die vooral slapend doorgebracht. Het was dan ook een druk weekend geweest. Zondag was het de communie van Elena waar ook de tantes en nonkels uit België bij waren en dat zorgde voor een heel fijn weerzien. Het was een mooie dag en Elena zag er stralend uit!
Maar daarna moest ik weer naar de realiteit, mijn realiteit, dus hang ik hier weer aan het infuus. Hopelijk houdt mijn weerstand het vol en kan ik deze laatste weken afwerken zonder onderbreking. Nog eens de dosis verlagen zou teleurstellend zijn, ik krijg nu al maar 50% van de oorspronkelijke dosis. De hoeveelheid blijft wel hetzelfde, 1 liter, het is de samenstelling die verandert. Maar het belangrijkste is nu momenteel dat ik vrijdagnamiddag blij kan zeggen "Nog maar 1 week infuus te gaan!" :-)








vrijdag 3 mei 2013

De kop is eraf

Maandag 29 april 2013. Het is zover, de eerste dag immunotherapie is aangebroken. Ik weet niet goed wat ik moet of kan verwachten. Een kleine sprong in het onbekende.
Om 9h moest ik eerst even bij mijn chirurg langs om met de naald nog wat vocht uit mijn oksel te trekken. Maar met de glimlach op zijn gezicht zei hij dat hij me vandaag geen pijn meer hoeft te doen, er is geen vochtophoping meer te zien. Leuk om zo de dag te beginnen. Dit was dan de laatste visite. We nemen afscheid, ik bedank hem en in gedachten zeg ik "hopelijk tot nooit meer". Ik zeg het niet luidop, al ben ik zeker dat hij wel zou snappen wat ik bedoel.
Dan meld ik mij aan in de dagkliniek. Er wordt een agenda opgesteld voor de volgende 4 weken, er wordt nog even overlopen aan wat ik me kan verwachten, en dan mag ik plaatsnemen in één van de relaxzetels. Spannend. Familie moet buiten wachten, zo ook Hannes. Jammer.
Eerst gaan er 3 kleine zakjes pre-medicijnen door, om de bijwerkingen te bestrijden. En dan is het zover, de grote zak Interferon alfa2 B wordt aangekoppeld en de eerste druppels sijpelen binnen. Ik ben er klaar voor. De eerste uurtjes ben ik vooral groggy, dat komt door één van die eerste zakjes. Af en toe zie ik Hannes eens piepen aan de deur. Ik steek mijn duim op, alles goed! 's Middags krijg ik iets te eten, en het smaakt. Dit gaat goed. De vloeistof is al een tijdje aan het doorlopen en ik voel me nog steeds ok. Alleen wat hoofdpijn. Ben ik immuun voor de bijwerkingen van de immunotherapie? Cool. Wat later hoor ik de verpleegsters tegen elkaar zeggen dat ze me vanaf 16h extra in de gaten moeten houden. Zo gezegd zo gedaan, om 16h krijg ik een thermometer onder de oksel. Verdict: 36,6 °C. Dan toch immuun? ;-) Maar ik krijg het toch een beetje koud. Wat rillingen. Ik moet nog een paracetamol nemen. Ondertussen is de zaal bijna leeggelopen. Het was de hele dag een komen en gaan. Sommige patiënten zitten een uurtje aan het infuus, anderen een paar uur, en enkele enkelingen zoals ik zitten hier de hele dag. Ik krijg het nog kouder. Brrr... Ik vraag of Hannes nu bij me mag blijven, en dat mag. Er is toch bijna niemand meer. Ondertussen zijn mama en Antoine er ook. Ze wisselen elkaar een beetje af. Hannes kan eindelijk ook eens iets gaan eten. Hij is geen moment van mijn zijde geweken, al betekent dat dat hij de hele tijd in de gang, recht tegen over mij maar aan de andere kant van de deur, op een stoeltje heeft zitten wachten. Zijn Sudoku's hielden hem gezelschap. Mama en Antoine zitten nu naast me. Ik krijg het steeds kouder en kouder en trek een laken over me. De relaxzetel gaat naar de ligstand. Ik voel me niet zo lekker. De thermometer geeft 38,3 °C aan. Als Hannes terug binnenkomt treft hij me in een mindere toestand als daarnet. Ik ril van de kou, voel me misselijk, mijn lichaam doet pijn. Vochtig doekje op mijn voorhoofd en borst.
De eerste dag laat men de baxter heel traag doorlopen zodat het lichaam zich kan aanpassen, wat maakt dat het heel lang duurt voordat de grote zak van 1 liter erdoor is. Om 19h sluit de dagkliniek en daarom wordt mijn therapie daarna verder gezet in de 'urgencias'. Ik wordt in een rolstoel door de catacomben van het IVO gerold, en aangekomen op de spoed krijg ik een bed. Een bed! Heerlijk! En dat bed komt van pas, want het gaat van kwaad naar erger. Ik ril van de koorts en kreun van de misselijkheid. De thermometer: 39,4 °C. Niet goed. De interferon wordt afgekoppeld en ik krijg een zakje paracetamol. Wat later neemt men opnieuw mijn temperatuur: 39 °C. Ik krijg nog een zakje nolotil. Mijn benen doen zo'n pijn! Dat is van de koorts. En mijn maag, mijn maag... Ik kreun van de pijn, puf om de misselijkheid de baas te kunnen. Hannes masseert mijn rug. Als men niet beter zou weten, dan dacht men dat ik aan het bevallen was. Opnieuw de thermometer onder de oksel: 38,7 °C. Nog niet genoeg gedaald want de therapie mag pas verder gezet worden als mijn temperatuur onder de 38 °C is. We moeten nu zelf alles uit de kast halen want meer medicijnen kunnen ze me nu niet meer geven. Het laken moet weg, truitje uit en mama en Hannnes zijn druk in de weer om me af te koelen met natte compressen. Een half uurtje later een nieuwe poging: 37,8 °C. Opluchting. We kunnen weer verder. En om 23h20 is het dan eindelijk zover, ik strompel de spoed buiten, mijn eerste dag zit erop. Een zware dag, 14 uur aan het infuus maar de kop is eraf. De kop is eraf ...
















dinsdag 23 april 2013

Goed en minder goed nieuws. De stand van zaken.

De dag voor Anna-Lucía haar verjaardag kregen we de uitslag van de operatie. Goed nieuws! En minder goed nieuws. Eerst en vooral het goede: Er zijn 22 klieren weggenomen en gelukkig was er maar 1 klier met een tumor. Toppie! Maar jammer genoeg blijkt nu dat de capsule van die klier gebarsten was waardoor er kankercellen kunnen ontsnapt zijn. Dat is dus het minder goede nieuws. Dit betekent dat ik naast de immunotherapie ook bestralingen zal krijgen. Vorige week maandag hadden we dan afspraken met de oncologe en de radiologe. Ze hebben beiden hun behandeling met ons besproken en zo weten we weer meer over wat er me te wachten staat. De stand van zaken:

Immunotherapie met interferon: 12 maanden behandeling. Interferon is een eiwit dat door de witte bloedcellen wordt aangemaakt. Door Interferon in hoge dosis toe te brengen probeert men kankercellen te verzwakken en/of te vernietigen, het imuunsysteem krijgt een boost. De eerste maand wordt dit elke weekdag via infuus gegeven. De volgende 11 maand zal ik de interferon thuis zelf moeten injecteren, 3 x per week.  De oncologe heeft me reeds verwittigd dat deze immunotherapie een zware en belastende behandeling is. De eerste maand is heel heftig en de eerste dagen zal mijn lichaam enorm sterk reageren op de interferon. Ik kan heel hoge koorts maken, overgeven, rillingen ... Men zal dan naargelang de klachten medicijnen bijgeven om de bijwerkingen te reduceren. En als het me op een moment teveel wordt dan zal er even een pauze genomen worden. Zo zal het toedienen van de therapie de eerste dagen een 8 uur per dag in beslag nemen.  De dagen daarna zal ik een 5 á 6 uur aan het infuus zal liggen. Dat is dus de eerste maand, daarna 3 x daags thuis een injectie. De bijwerkingen van interferon zijn: griepsymptomen, koorts, rillingen, maag/darmklachten en mogelijk euh... wat sombere gemoedsstemming.

Radiotherapie: 6 weken lang elke weekdag bestraling. Dat zijn 30 sessies. De bestralingen zullen beginnen na de eerste maand immunotherapie. Mijn oksel en hals zullen bestraald worden. Men neemt de hals ook mee omdat de kankercellen daar het eerst kunnen passeren, dus zo worden ze reeds in het begin van hun reis onderschept. De eerste 2 weken zal ik geen last hebben, de bestralingen op zich zijn pijnloos. Maar na 2 weken zullen de bijwerkingen zich beginnen aanmelden. De huid die bestraald wordt kan irriteren en pijnlijk tot zeer pijnlijk aanvoelen. Rode uitslag en verbrande huid. De huidplooien zoals de oksel en de huid rond het litteken zijn het gevoeligst. Er kunnen zich ook moeilijkhede met het slikken vooroen aangezien ook de hals wordt bestraald en deze kan opzwellen. Ook heb ik door de bestraling 30% meer kans op lymfoedeem, je weet wel, die gevreesde dikke arm. En vermoeidheid, natuurlijk, omdat je lichaam reageert op deze aanval.

Melanoom zaait sneller uit dan welke vorm van kanker ook. De behandelingen die ik nu zal krijgen zijn niet omdat er nu nog een tumor in mijn lichaam zit, nee die is reeds operatief verwijderd. Maar melanoom zaait uit, zaait snel uit. Daarom hebben patiënten veel kans om te hervallen, en deze kans willen de dokters verminderen. De eerste doelstelling is natuurlijk dat ik na dit alles er voorgoed vanaf ben. Zo niet, dan is de tweede doelstelling dat door de behandelingen de herval zich later zal voordoen.

Ondertussen waren we deze week weer bij de oncologe. Mijn genezing na de operatie verloopt vlot, dus de volgende stap wordt gezet: Nu maandag, 29 april 2013, begin ik met de immunotherapie. Toch wel spannend aangezien ze me er weer op wees dat de eerste dagen geen pretje zullen zijn. Maar wat moet dat moet. Dat betekent ook dat ik deze week extra zal genieten. Een lekkere paella gaan eten aan de zee, een heerlijk glaasje wijn, tussendoor even voor de eerste keer met Anna-Lucía naar het strand, ...
En dan stomen we ons klaar voor maandag, dan ga ik ervoor en smijt ik mij in het onbekende! Adelante!




dinsdag 16 april 2013

Feest!

Donderdag 11 april was een echt heugelijke dag! Deze stond al dagen in mijn vizier. Anna-Lucía wordt 1 jaar en dat moet gevierd worden! Gezien de omstandigheden wordt het een feestje enkel met familie en de collega's van Casa Del Maco, want draai of keer het zoals je wil, ook zij zijn een stukje familie. Meer genodigden zou teveel worden voor me, al hou ik er zo van een feestje te kunnen geven met alles erop en eraan, met iedereen erbij. Maar we moeten realistisch zijn, dat kan nu niet.
Terwijl Hannes en ik de hele voormiddag spendeerden in het ziekenhuis in Valencia, werd ons terras in gereedheid gebracht voor de festiviteiten. Toen we terugkwamen was iedereen nog druk in de weer om er een mooi feest van te maken. Ballonnen, slingers, vlaggetjes en een verjaardagsposter die oma en opa als verrassing uit België hadden meegebracht zorgden voor de perfecte inkleding. Vandaag staat alles in het teken van Anna-Lucía's eerste verjaardag! En vandaag (lees: deze namiddag) vergeten we dat ik ziek ben. Het feit dat de chirurg me in de voormiddag verlost heeft van mijn drainage helpt. Ook al heb ik nu meer kans dat het vocht zich ophoopt, zonder die drainage zie ik er meteen een stuk minder ziek uit! Ik kies een leuk kleedje uit, mét een mouwtje, zodat de wonde netjes verborgen wordt. En met een beetje make-up en de haren in de plooi lijkt het alsof er niets aan de hand is. Het is een heerlijke namiddag! We genieten allemaal van het gezellig samen zijn, van de zelfgemaakte zoetigheden, van een drankje en een babbel.
Anna-Lucía weet niet wat eerst te doen! Samen met haar nichtje Annabel en neefje Oscar van haar nieuwe glijbaan glijden, met haar Spaanse vriendjes Paula en Eloy spelen met haar nieuwe Little People, of nog eens een ander kadootje open maken! En dan nog het kaarsje uitblazen op haar grote verjaardagstaart! Het was gewoon allemaal perfect! Ik ben zielsgelukkig en dat zorgt dan ook voor de nodige adrenaline. En die komt goed van pas, die adrenaline, want het is een lange dag. Een heel lange dag. En zwaar. Misschien een beetje te zwaar. Als we later op de avond nog wat napraten onder de pergola is er geen ontkomen meer aan. Het overvalt me zoals nog nooit te voren. Ik ben op, mijn lijf is uitgeput. Ik kruip in de zetel tegen mijn mama en voel me loodzwaar worden. Mijn maag keert. Alle elegantie die ik die middag uit de kast had gehaald verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ik kan niet meer. Ik hoor hoe men zegt dat ik in mijn bedje moet kruipen, dat het teveel is geweest. Maar ik kan niet reageren. Ik wil wel naar mijn bed, maar de afstand is onoverbrugbaar. Ik lijk met mijn laatste energie nog snel een compromis te sluiten om hier te overnachten. Hier in de zetel, op het terras, onder de pergola. Maar ik besef dat dat geen optie is. Spijtig. Ik zal me nog moeten verplaatsen. Met steun van de 2 opa's ga ik de trap op. Voetje voor voetje. Mijn ademhaling. Mijn maag. Alles ligt in de knoop. Mama en Hannes stoppen me in bed. Mama zegt me met de tranen in haar ogen: "Het was te veel. meisje! Je mag dat nooit meer doen!" En met mijn laatste kracht antwoord ik: "Het zal ook niet meer gebeuren. Ze wordt maar één keer 1 jaar!" Ik sluit mijn ogen, laat me gaan en besef: het was een mooie dag! Een perfecte dag! En het was het waard! Anna-Lucía is het waard! Gelukkige verjaardag mijn lieve kleine meid!




























dinsdag 9 april 2013

Terug thuis! Zo blij!

Vrijdag 5 april 2013. Dokter Bolúmar staat 's ochtends weer aan mijn bed. Of ik me klaar voel om naar huis te gaan? Ja, ik denk het wel. Al was het maar omdat ik dan eindelijk Anna-Lucía terug kan zien! Ze mocht me namelijk niet komen bezoeken. Te veel radioactiviteit in het gebouw. Meerdere patiënten krijgen zoals ik vorig jaar een radioactieve stof ingespoten voor de operatie. En dan straal je. Dat kan mijn kamergenote alias buurvrouw zijn, maar ook iemand die Anna-Lucía zomaar passeert in de gang, op weg naar haar mama. Daarom is dat te gevaarlijk. Daarom heb ik haar sinds maandag namiddag niet meer gezien. Dus ja, ik voel me klaar om naar huis te gaan! En mijn drainage, die tube in mijn oksel met bijbehorende pot, die gaat mee. Olé!

De rit naar huis. Een helse rit. Ik voel me moe, heel moe. Het landschap schuift aan me voorbij. Mama en Antoine in ons kielzog. Ik sluit mijn ogen. Voel me misselijk. Na een uur en veertig minuten rijden komen we thuis aan. We nemen de short cut, met de minste trappen. Het is allemaal een vage herinnering. Ik voel me balanceren tussen al dan niet flauwvallen. Het einde van de patio is in zicht. De deur gaat open. Ballonnen! Bloemen! Ontvangstcomité! Ik word overvallen door een warm gevoel. Ik voel dat ik glimlach. Iemand zegt dat Hannes dit geregeld heeft. Ik kijk hem aan en voel de krop in mijn keel. Tranen wellen op maar ik weet dat ik me niet mag laten gaan, niet nu. Ik wil iedereen gaan begroeten, maar een stem komend vanuit mijn ontvangstcomité zegt dat ik beter zou gaan zitten. Inderdaad. Ik moet even bekomen, van de reis, van de emotie, van de operatie.
Een half uurtje later arriveert Maria-José met Anna-Lucía. Twee handen op één buik zijn het, Anna-Lucía en haar niñera. Ze was in de auto op weg naar hier in slaapgevallen en nu net wakker. Daardoor is ze een beetje wazig, net als ik. Ze wordt bij me op de schoot gezet. Iedereen kijkt naar ons, naar moeder en dochter, naar vader en dochter, naar de grote hereniging. Ze geeft me voorzichtig een knuffel, ik geef haar een kus. Een dikke kus. Een heel dikke kus. Ze is overrompeld door het vele volk, door alle aandacht. Ze schuift van mijn schoot en kruipt onder Maria-José haar spreekwoordelijke rokken. Mijn hartje breekt. Het is ook moeilijk, want ik mag/kan haar niet oppakken. Maar als wat later de rust in huis weer is teruggekeerd, dan lijkt ze het echt te beseffen: Mama en papa zijn weer thuis! Vanaf dat moment mag ik niet meer van haar zijde wijken of ze begint te huilen. Verlatingsangst.
Maar dan zeg ik haar zoals altijd: "Niet huilen. Mama komt áltijd terug!"








maandag 8 april 2013

Mijn verblijf in het ziekenhuis

Onmogelijk samen te vatten doch te kenmerken door enkele belevingen:
RESPECT. Voor mijn eerste buurvrouw (ik moet ze differentiëren want heb er drie verschillende gehad. Het was een komen en gaan maar ik bleef mooi liggen). Mijn eerste buurvrouw, die als eerste van ons twee die bewuste dinsdag naar het 4e verdiep werd gebracht. Ik zag nog net hoe ze, toen ze door de verpleger de kamer werd uitgerold, omringd door haar man en zussen in tranen uitbarstte. Die ochtend verloor ze haar 2 borsten. Vrijwillig. Preventief. Haar moeder was 2 jaar geleden gestorven aan borstkanker en mijn buurvrouw bleek hetzelfde gen te dragen. Daarom had ze beslist, of aanvaard, om haar beide borsten preventief te laten verwijderen. Respect.
STEUN. Van mijn familie en vrienden, vooral van hen. Maar ook van mijn palmboom. Want daar stond hij, aan de andere kant van het raam, als een rots in de branding tussen de grauwe gebouwen van het ziekenhuis. Vlak in mijn gezichtsveld, als fixatiepunt wanneer er weer een naald in mijn lichaam werd gestoken.
ANGST. Die tweede nacht na de operatie. Plots overvalt het me, onverwachts maar des te heftiger, net nadat zowel mijn tweede buurvrouw als ik de slaap proberen te vatten. Mijn bovenarm voelt anders aan. Pijnlijk, gezwollen, vol vocht. Angstig grijp ik met mijn andere arm in het rond. De lichtschakelaar zit buiten mijn bereik en snel uit bed springen is geen optie aangezien er een tube uit mijn oksel komt en verbonden is met een potje dat naast het bed staat. Zweet breekt me uit. Ik grabbel naar mijn iPhone. Deze geeft licht. Kleine lichtstralen om te zien wat er met mijn bovenarm aan de hand is. Paniek, want ik denk dat het zover is. Hetgeen waar ik zo voor vrees, lymfoedeem. Een dikke arm, vol vocht. Hetgeen wat er samen met de littekens voor zal zorgen dat ik misschien nooit meer een zomerkleedje durf aan te trekken. Maar er komt toch een tube uit mijn oksel die het vocht moet draineren? Loopt het fout? Zal men met grote naalden dat vocht uit mijn arm moeten zuigen? Of is het al te laat? Meer zweet breekt me uit. Ik worstel met mijn ademhaling. Ik grabbel weer in het rond. De bel. Waar is de bel? Onvindbaar, buiten mijn bereik. Ik wil hulp. Die krijg ik van mijn tweede buurvrouw. Maar wanneer de verpleegster er dan is valt het me moeilijk uit te leggen wat er scheelt. Ik ben in paniek, huil en lijk plots geen Spaans meer te spreken. Op de koop toe heeft de énige onvriendelijke verpleegster van het team op dat moment nachtdienst. Ze staat daar en kijkt me dwaas aan, doet geen poging om me te kalmeren. Met mijn laatste krachten probeer ik ad rem te zijn en door mijn tranen heen snauw ik naar haar: Porque me miras así? Ze kan niet anders dan zich te herpakken en probeert me gerust te stellen. De arm ziet er niet opgezwollen uit. Ik bel Hannes die in een hotel achter om de hoek logeert en in geen tijd staat hij aan mijn bed. Hij ontfermt zich over mij. Bevestigt dat de arm niet dik is, trekt mij een nieuw slaapkleed aan en ververst mijn bed. Alles was doordrengt van angst. Hij wijkt die nacht niet meer van mijn zijde.
HUMOR. Ook humor. Veel humor. Dat moet ook wel. Zoals die middag wanneer ik proef van mijn voorgerechtje. Een witte puree. Ik hoor nog iemand zeggen "Ze hebben er hun werk van gemaakt want er ligt ei bovenop, mooi geraspt". Maar het moment dat het goedje mijn smaakpapillen bereikt kan ik niet anders dan gillen. Een gil gevolgd door de slappe lach. Dit kan toch niet waar zijn. We zijn dan wel in Spanje, maar er zijn toch grenzen? Ik kan me de naam van het gerechtje niet meer herinneren, en pas op, ik heb het de dag ervoor zelf gekozen uit mijn meerkeuze menu. Ik dacht, dit gerechtje ken ik niet dus zal ik dat eens proberen. En dat maakt het op dat moment nog hilarischer. Zonder te beseffen heb ik een bordje gepureerde look besteld. Niet meer, niet minder. Gepureerde look. Onze lachspieren op volle toeren.
HUMOR. Vooral humor. Zoals hoe Hannes me steeds begeleidt naar de badkamer. We zijn met elkaar verbonden door de tube die uit mijn oksel vertrekt en uitmondt in het potje dat hij voor me meedraagt. Ik loop voor, hij achter mij. En elke keer, op weg naar de badkamer, kondigt hij ons aan: "De heilige bloedprocessie is hier weer." Een fiere Bruggeling zowaar. 
En DANKBAARHEID. Voor de verpleegsters, verplegers en dokters van het IVO (Instituto Valenciano de Oncología). Zij hebben me weer een stapje dichter bij mijn genezing gebracht!